Om even over zessen hoorde ze de sleutel al in het slot van haar huisje. Zo, de baas had er zeker óók zin in vandaag! Om tien over zes reed ze de straat uit, op weg naar haar eigen vaste parkeerplekje in de parkeergarage in Leiden.
Tot in Warmond ging het allemaal lekker; de baas had goede benen vandaag. Wel jammer van Bus lijn 50 die in de weg ging rijden met maar 30 km/h, maar geduld was ook een goede zaak.
Bij het binnenrijden van Oegstgeest zag ze vanuit het hoekje van haar rechterkoplamp iets waar haar hart iets sneller van ging kloppen...
Fiets met blauw plaatje, berijder met sportkleding en helm. Zou het er eentje zijn?
Zo eentje was het. |
Kom op baasje, trappen, ik zal die elektrische brommer eens mijn achterlichtjes laten zien!
Op het rechte stuk door Oegstgeest was het eigenlijk niet eens echt spannend, ook al was Tante Lies een Strada, en de baas best wel een oud mannetje die nog niet eens zijn ontbijt had gehad. De Vogelvrije Fietser had ook al gemeld dat die zogenaamde 45 km/h in de praktijk nauwelijks haalbaar zijn.
Bij het stoplicht aan de rand van Leiden moest ze stoppen. Ze hield zich, als oudere dame, immers altijd aan de verkeersregels. In haar spiegeltje zag ze na een tijdje de elektrische meneer weer opduiken.
Maar wat deed die nu? Hij reed zo door rood! Zou hij zich hebben laten opjutten door háár?
Meteen toen ze zelf groen licht kreeg spoot ze ervandoor. Ze zou dat miezerige mannetje eens laten zien hoe hard ze écht kon, en of de baas zelf nog meetrapte maakte haar niet eens meer uit!
Binnen een halve kilometer had ze De Valsspeler weer ingehaald, die nu toch ook wel inzag dat Tante niet om mee te spotten was, want nu was hij snel verdwenen uit haar achteruitkijkspiegeltjes.
Even later reed ze de parkeergarage in, eigenlijk nog een beetje verbaasd, dat ze zich op haar leeftijd toch nog liet opjutten door een speed e-bike. Maar ze was ook wel een beetje tevreden over zichzelf.
Groet
Tante Lies (en Erwin)